“We zagen het niet als verplichting, maar als kans om de zorg voor cliënten die beschermd wonen te verbeteren”, vertelt projectleider en herstelcoach van Team Wilhelminapark Gido van Gijsel. “Voorheen liepen beschermd wonen, Wmo-begeleiding, Wlz-zorg en forensische zorg door elkaar. De nieuwe regels brachten ons terug naar de basis. Per locatie bedachten we: wat voor locatie zijn we? Welke zorg hoort daarbij? En hoe zorgen we dat cliënten op de juiste plek zitten?”
Kwaliteitskompas
Om dat in kaart te brengen, gingen de projectleden in gesprek met de teams. Zij ontwikkelden samen – met hulp van deelnemers – een kwaliteitskompas, gebaseerd op de landelijke visie en kwaliteitsstandaarden van branchevereniging Valente. Gido: “We bespraken wat goed gaat, wat beter kan en wat teams nodig hebben. Aan de hand van acht thema’s brengen teams tijdens kompasdagen hun ontwikkelpunten in beeld. De uitkomsten leggen ze vast in een kwaliteitsplan, met concrete doelen, taken en wie waarvoor verantwoordelijk is. Elk half jaar bekijken teams of doelen zijn behaald en stellen ze nieuwe vast.”
RIBW Brabant heeft de ambitie om hierbij ook gebruik te gaan maken van cliëntpersona’s en locatieprofielen, om te bepalen welke cliënt waar past. Of simpeler gezegd: als we goed weten wie onze cliënten zijn en wat de verschillende locaties typeert, kunnen we logischere matches maken. Zo kunnen we iedere cliënt de zorg bieden die bij hem of haar past. Dat geeft houvast en ruimte om te verbeteren. “We werken bewuster aan beschermd wonen. En juist omdat plannen en doelen concreet zijn, nemen collega’s verantwoordelijkheid.”
Structuur, richting, rust
Ervaringsdeskundige Karin Venema ziet dat de nieuwe aanpak werkt. “Door gericht te werken aan onze doelen, zetten we onze kennis beter in. En kunnen we maatwerk bieden. Veel cliënten zaten ‘vast’, terwijl ons doel is om mensen terug te laten keren naar de samenleving. We geven nu meer regie aan de cliënt. Ze groeien sneller als ze het zélf doen.”
Ook tussen teams is de samenwerking verbeterd. Zo werkt Karins Team Reeshof samen met Wandelboslaan en Monteverdistraat. “Het kwaliteitskompas laat zien hoe een team functioneert. En dus draag je makkelijk kennis en ervaring over en kun je samenwerken. We ondersteunen vergelijkbare cliënten en versterken elkaar. En zien nu ook beter welke cliënt bij welk team past.” De nieuwe manier van werken stimuleert ook samenwerking buiten de organisatie. “We organiseren samen met wijkpolitie, woningcorporaties en buurtorganisaties activiteiten.”
Aandacht voor zorg
Volgens Karin is het grootste verschil dat er nu meer aandacht is voor het échte werk: de zorg. “Omdat we bewuster werken aan onze doelen en onze taken helder zijn, signaleren we sneller problemen. Besteedden we voorheen veel tijd aan huishoudelijke taken? Dan zien we nu dat er een gastvrouw nodig is.” Gido geeft nog een voorbeeld: “Team Kerkstraat pakte hun doelen op creatieve manier aan. Ze stelden een KBS-model op [psychologisch model Kwetsbaarheid, Bescherming en Stress, wat in één oogopslag laat zien of er ‘genoeg’ bescherming tegenover de hoeveelheid stress staat, red.] en maakten samen met cliënten een Kahoot, om spelenderwijs meer te leren over hun achtergrond en verder te kijken dan alleen de kwetsbaarheid. Het kwaliteitskompas helpt hen bij het werken aan doelen en het behouden van aandacht voor de zorg. Door het kwaliteitsplan zijn doelen zichtbaarder en worden ze ook echt opgepakt.”
Blijven bouwen
De eerste kompasdagen zijn geweest. Doelen voor het nieuwe halfjaar liggen klaar. Gido: “Teams voelen zich vaker meer gehoord. Dat verbetert de werksfeer én de zorg. In onze vernieuwde vorm van (samen)werken staan de cliënt en duurzaam herstel nóg nadrukkelijker centraal.” Karin besluit: “Goede zorg begint bij luisteren naar de cliënt. Minder overnemen, meer naast iemand staan. Dát is beschermd wonen anno nu.”